Categorieën
Uncategorized

Rondleiding familiearchief in het RAR

Beatrijs van Dijk, werkzaam bij het Regionaal Archief Rivierenland, gaf tijdens de familie reünie een rondleiding door ons familiearchief. De teksten van de rondleiding kunnen hieronder gevonden worden, inclusief begeleidende foto’s uit het archief.

DEPOT 5. REGENTEN / BESTUURDERS en EGO-DOCUMENTEN


Regenten

0415/135  Verbaal en deductie voor de wettige magistraat te Tiel, rapport inzake de gebeurtenissen in het stadsbestuur 1702-1703

Dit boekje is zeer waarschijnlijk eigendom geweest van Cornelis Philip van Lidth de Jeude 1670-1737.

Dat gaat over de plooierijen in Tiel, een strijd om de macht in de Gelderse steden, waarbij vertegenwoordigers van burgers probeerden een stem in het stadsbestuur te verkrijgen, dit boekje is vanuit het perspectief van de regenten.  

De familie van Lidth de Jeude maakte bijna twee eeuwen onderdeel uit van de regentenfamilies van Tiel.  Regenten waren personen uit voorname families van de hogere burgerstand of kooplieden, die steeds meer een gesloten groep gingen vormen. Als je niet behoorde tot een van die regentenfamilies, kwam je niet in het bestuur. De plooierijen waren een poging om het bestuur te verbreden met gemeenslieden van gilden. In Tiel is daardoor het bestuur ook even gewijzigd geweest. Daarna werd alles weer als vanouds tot de Franse tijd. 

Regenten lieten zich ook vaak portretteren, zie hier het portret van Cornelis Philip met zijn vrouw en 8 kinderen.


1633/63  Johan Richard van Lidth de Jeude wordt secretaris van Tiel. 1778

Akte ondertekend door Prins Willem van Oranje 

Johan Richard van Lidth de Jeude (1754-1803)  had een bijzondere levensloop. Hij was namelijk geboren in een regentenfamilie maar ontpopte zich tot vurig patriot! Hij werd burgerhopman (commandant van het Tielse exercitiegenootschap. In 1786 was hij als aanvoerder van het Tielse detachement betrokken bij de burgeroorlog tegen de prinsgezinden. Begin juli 1787 moest Johan Richard uit Tiel vluchten na orangistische rellen. Hij kwam terecht in Noord-Frankrijk. Toen hij in juli 1795 terugkeerde in Tiel, werd hij direct lid van de magistraat. Later werd hij lid van het Comité van Algemene Zaken van het Bondgenootschap te Lande. In 1798 werd hij auditeur-militair van de krijgsraad te velde. Hij verbleef onder meer te Würzburg en Aschaffenburg.

Hij trouwde in 1777 met Margaretha Lambertha van Eck, van wie hij in 1782 scheidde. 

Een dossier over de scheiding ligt hier. Zijn ex-vrouw kwam op voor haar alimentatierechten.

Johan Richard trouwde voor de tweede keer met Cornelia Margartha Johanna Blanken, met wie hij in Frankrijk drie kinderen kreeg. Ook van zijn tweede vrouw scheidde Johan Richard, waarna hij een relatie had met Harmina Elisabeth Josephe. Met haar kreeg hij één kind. Toen Harmina hem in de steek had gelaten, pleegde hij in 1803 in Münster zelfmoord .

Zijn laatste wilsbeschikking is bewaard gebleven! Hij schrijft hierin dat :

  • Hij niet over het verlies van Harmina kon komen. Hij noemt haar trouweloos.
  • Harmina en haar familie mogen zich niet met zijn nalatenschap bemoeien.
  • Zijn kist met papieren moest gezonden worden naar zijn vader.
  • De crediteuren moesten zich maar tot Harmina wenden.
  • Harmina kon uit de boedel wel het zilver, het gouden medaillon en horloge krijgen, maar moest wel zaken doorgeven aan hun kind en een kind uit een vorig huwelijk.
  • Ondanks de barbaarse trouweloosheid van Harmina, wilde hij wel met haar portret worden begraven. Zij was de enige vrouw die immer in zijn hart was gebleven.

Over Johan Richard is ook onderzoek gedaan. Zie bijvoorbeeld de biografie in het BWT 3.  Hij komt ook voor in diverse boeken over Patriotten.

1633/209. Aantekenboekje van wethouder Cornelis Christiaan van Lidth de Jeude 1852-1939

Cornelis Christiaan van Lidth de Jeude 1852-1939 was wethouder van Tiel en had daarnaast meer functies: dijkgraaf en lid van de Provinciale Staten.

Hij heeft vele aantekeningenboekjes nagelaten waarin hij gebeurtenissen in Tiel en elders in korte dagboekvorm opschreef. Er staan algemene dingen in, zoals benoemingen, maar ook dingen die hij zelf deed. Zijn landbouw achtergrond is in de boekjes goed terug te zien: 

24 september: er is paardenmarkt

26 september: een Tielse boot genomen naar Rotterdam, naar de diergaarde!

Persoonlijk leven / vrouwen

Familiearchieven  bevatten vaak nogal wat zogenaamde ‘ego-documenten’: documenten waaruit we kunnen opmaken hoe personen de wereld in hun eigen tijd hebben beleefd. Dat biedt belangrijke inzichten voor onderzoekers.

1633/233. Poëziealbum van Jacoba Barbara Maria vLdJ (1862-1902)

Dit album kreeg Maria toen ze 13 jaar was. Nog geen plaatjes in die tijd, maar de gedichtjes wijken nog niet eens zo sterk af van wat we vroeger zelf in onze albums hadden.

Het poëziealbum is ontstaan vanuit het Album Amicorum. In de 19de eeuw werden er nog Duitse en Franse gedichten tussen geplaatst. En veel gedichten zijn erg godsdienstig van aard.

Dagboek van Bernardina Lucretia van Eck 1791-1871

De familie van Eck was door huwelijk verwant aan de familie van Lidth de Jeude.  Van Bernardina hebben we enkele dagboeken. Wat je daarin ziet is dat de dames uit betere families hierin de mogelijkheid vonden om hun talen te oefenen, want ze schreven afwisselend in het Nederlands, Duits en Frans. De dagboeken bevatten persoonlijke aantekeningen, afgewisseld met godsdienstige overdenkingen. Het leuke is dat Bernardina voorin ook vermeldt waarom ze het dagboek begon: een dame had haar al meermalen gewezen op het ‘nuttige en aangename’ om een dagboek bij te houden.  Toen ze weer eens de slaap niet kon vatten, had ze besloten er aan te beginnen om zaken ‘voor de meisjes’ (haar nichtjes) op te schrijven. In het boek: een gedroogd blaadje. 

In december 1849 schrijft ze over de familie die naar een partij (feest) gingen. 

“L. (Lotje?) zag er allerliefst ui in haar balcostuum. Ach, kon ik niet nalaten te bidden mogt haar deeze wereldschen opschik niet tot zonde verleiden en zij eenmaal met allen die haar zo lief hebben, met het witte kleed kleed der geregtigheid aanzitten aan het maal van het Lam en hem eeuwig loven voor hare behoudenis’

Brieven van Charlotte Amelie 1829-1911 aan haar moeder Henriëtte Johanna le Jeune

Gelukkig kwam het goed met ‘Lotje’. Het gaat hier om Charlotte Amelie van Eck (zie foto). Ze trouwde in 1850 met O.C.A. van Lidth de Jeude. Ze correspondeerde veel met vooral familieleden. Die brieven geven een prachtig beeld van hoe vrouwen in deze kringen de wereld beleefden. Allereerst valt op dat de dames uitstekend onderlegd waren, ze schrijven prachtig Nederlands in hun brieven. In deze tijd zouden ze waarschijnlijk goede banen hebben gehad.

En zoals wij elkaar nu via appjes op de hoogte houden van het wel en wee, zo deed men dat toen in lange brieven. Soms zo lang dat de tekst gewoon dwars door eerdere tekst geschreven werd. Er werden familienieuwtjes uitgewisseld, soms een roddeltje, over kleding gesproken, en men vroeg elkaar altijd naar de gezondheid. De brieven verdienen onderzoek, uit andere correspondentie van vrouwen is bekend dat ze zich via briefwisseling voorzichtig met politiek bezig hielden.

Charlotte schreef onder meer veel met haar moeder. We weten hoe ze eruit zagen! (2 portretten)

Een passage: mei 1852

“donderdag: hier werd ik gisteren door het wakker worden van het lieve kind al weder gestoord. ’s Avonds blijft hij mij steeds lastig en heeft ijselijk veel moeite om in slaap te komen, tenminste in de wieg. Weij hebben ander weder een zeer goede nacht gehad en geslapen tot half 5 en van 5 tot half 8. Ik ben een geruime tijd met hem in den tuin geweest daar hij nu met de baker nog is’. 

Er zullen daarna wel moederlijke tips naar Charlotte terug zijn gegaan. Net als dat nu nog altijd gebeurt tussen moeders en dochters.

Bij de brieven van Charlotte Amelie was ook een droogbloem bewaard.

0415/1196 droogbloemen, zeer waarschijnlijk van Charlotte Amelie van Eck

Dit droogbloemetje is meer dan 150 jaar geleden door een vrouw zorgvuldig gedroogd en bewaard.  Het heeft al die jaren doorstaan.

DEPOT 8.   O.C.A en C.C. van Lidth de Jeude


Adriaan (O.C.A.) van Lidth de Jeude 1881-1952

INGENIEUR / HAVENBOUWER

Otto Cornelis Adriaan van Lidth de Jeude studeerde aan de Polytechnische school in Delft en werd ingenieur. In 1903 trad hij in dienst van Rijkswaterstaat. Hij was een gerespecteerd ingenieur, heeft veel functies bekleed. Hij specialiseerde zich in het ontwerpen en verbeteren van havens. Hij ontwierp havens van onder meer Curacao, Barcelona en Chefoo. Voor dat werk verbleef hij meerdere keren lange tijd in het buitenland. In 1919 werd hij directeur van de Nederlandse Maatschappij voor Havenwerken. 

415/886 en 415/399 rapporten over de verbetering van de Haven van Chefoo

Adriaan verbleef in 1913-1914 in Chefoo (China) om daar te werken aan de verbetering van de haven. Daarvan zijn twee rapporten met tekeningen bewaard gebleven.

0415/ 1532     foto van de Chefoo Harbour Improvement Commission 

Een prachtige foto van de commissie die het plan voor de haven onder de leiding van Adriaan uitwerkte.

415/81 visitekaartjes in het chinees

Tijdens zijn verblijf in China liet Adriaan door een taalkundige zijn naam vertalen in Chinese karakters. 

0415/160: tekeningen van zoon Kees van stoomboten

Cees, de zoon van Adriaan, maakte als kind tekeningen van onder meer stoomboten. Dit onderwerp was misschien ingegeven was door het werk van zijn vader?

MINISTER VAN WATERSTAAT

Daarnaast was Adriaan politiek actief: eerst in de gemeenteraad van Baarn, daarna in de Provinciale Staten van Utrecht. Hij was van 1935-1937 en kortstondig in 1939 minister van Waterstaat.

415/2410 foto opening wandelhoofd Vlissingen 1936.

415/956 teksten van redevoeringen als minister

Veel van de teksten die Adriaan als minister van Waterstaat heeft uitgesproken, zijn bewaard gebleven. Dit is mooi onderzoeksmateriaal!

 MINISTER VAN OORLOG

Adriaan had in de late jaren dertig een belangrijke functie bij het Koloniaal Instituut (Koninklijk Instituut voor de Tropen).  Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in Londen, waar hij voorzitter werd van het Londens Comité van het Nederlandse Rode Kruis. Hij was verantwoordelijk voor de opvang van vluchtelingen in het bezette gebied. In 1942 werd hij minister van oorlog in het kabinet Gerbrandy II. Dat zou hij blijven tot 1945. 

Van deze belangrijke periode hebben we unieke stukken:

415/531: foto kabinet Gerbrandy in Londen 

Het hele kabinet Gerbrandy II bijéén in Londen. 

415/932 correspondentie in zijn tijd als minister van oorlog

Deze correspondentie is meer persoonlijk van aard. Bij het strookje: een brief naar hem in Londen waarin wordt gemeld dat zijn huis niet is afgebrand. Zijn vrouw woonde daar nog.

De correspondentie als minister is vooral aanwezig in het Nationaal Archief. Dat geldt ook voor de Londense dagboeken: Adriaan schreef tijdens de oorlog dagboeken, die later zijn uitgegeven:

De Londense dagboeken van O.C.A. van Lidth de Jeude, opgetekend in de jaren 1940-1945, vormen een zeer belangrijke bron van kennis omtrent de ballingschap van de Nederlandse regering in Londen gedurende de Tweede Wereldoorlog: zowel waar het de regering betreft, het leven van alle dag, het Nederlandse emigranten milieu, het Nederlandse bedrijfsleven als de contacten met leden van het Koninklijk Huis. 

deze dagboeken zijn voor iedereen online in te zien! Een uitgave ligt in de vitrine in het atrium.

Cees van Lidth de Jeude

Cornelis Christiaan van Lidth de Jeude (Cees) was het oudste kind van O.C.A vLdJ en Dina Cornelia van Rossem. Hij trouwde in 1946 met Cornelie Marie Pauline Schorer. Ze kregen twee zonen. Cees studeerde rechten in Utrecht. Na zijn studie begon hij zijn loopbaan als militair. Hij werd ritmeester van de Cavalerie en in 1947 adjudant van de Minister van Oorlog. Vanaf 1950 was hij militair secretaris van Prins Bernhard. 

In de Tweede Wereldoorlog heeft Cees krijgsgevangen gezeten in de kampen Langwasser, Stanislau en Neubrandenburg. 

415/666 foto in vol ornaat als Ritmeester-adjudant

Krijgsgevangenschap

 415/1736 

In het archief bevinden zich diverse stukken over de periode dat Cees krijgsgevangene is geweest in de kampen  Langwasser, Stanislau en Neubrandenburg.  

Zo hebben we hier bij elkaar gelegd:

415/1727 dagboekfragmenten.

We lezen hier:

’15 mei 1942. We zijn op zijn onverwachts krijgsgevangen gemaakt. De meldingsplicht bleek een blink. Twee dagen in een trein met pauzes in Wurzburg en Asschaffenberg (wandeling op perron). Eten voldoende. In Edlung linzensoep, in trein brood, boter, worst. 

In Coupé met majoor S.A. Geel en luitenant van Oppenhuizen, Hakbijl, Gruppelaar, Schlimmer, Jhr Hooft Graafland. Zondagavond aankomst in Nürnberg – Langwasser, daar ’s nachts in trein gestaan.  Maandagmorgen 18 mei te 6.00 uitgelaten en naar Off.lag. XIII b Teillager XbV gemarcheerd.  Opgesloten in tentenkamp.  Onderweg allereerst veel medeleven in Holland. In Ede alles afgezet en kijkers werd geschoten. Legernis in tenten zeer primitief, op houten planken, welke met veel moeite verkregen…” 

0415/1736: zakschaakspel.  0415/2343 foto’s

We zien hier dat krijgsgevangenen het wat beter hadden dan in andere kampen, men kon er nog het beste van proberen te maken en Rode Kruis pakketten ontvangen. Hier een zakschaakspel dat in het kamp is gebruikt en foto’s waar te zien is dat men afleiding in muziek kon zoeken. 

415/172 Uitgave tekeningen van Kapitein Krumpelman

Kapitein Van Dulmen Krumpelman had ook krijgsgevangen gezeten en heeft prachtige tekeningen van de situatie in de kampen gemaakt. Deze werden in 1948 uitgegeven en aan de voormalige krijgsgevangenen geschonken. 

DEPOT 7.  GENEALOGIE, WAPEN, ADELVERHEFFING, FOTO’s en TEKENINGEN

Adelverheffing

0415/1685 en 415/1619

Adelbrief: bij Koninklijk Besluit van 24 december 1927 werden Cornelis Christiaan van Lidth de Jeude, Johan Marie van Lidth de Jeude, mr. Everhard Johan Jacob van Lidth de Jeude en dr. Albert Peter van Lidth de Jeude verheven in de Nederlandse Adelstand. 

De grote adelbrief betreft de verheffing van Everhard Johan Jacob van Lidth de Jeude in de adelstand door Koningin Wilhelmina. 1928.


0415/70: genealogieën en familiewapens van de familie en aanverwante families

Hieronder een fraai uitgevoerd familiewapen Van Lidth de Jeude.

0415/967 (of 871): genealogie van de Belgische tak van de familie


Familiereünies van langer geleden!

Deze reünie is waarschijnlijk de eerste in jaren, maar het is zeker niet de eerste. Tussen het archief van Cees bevonden zich stukken over twee eerdere reünies:

415/980 familiereünie op de Grote Brug 1967.

Foto en menukaart

415/829 familiereünie in Antwerpen 1976

Foto, menukaart, lijst met genodigden

buitenlandse reizen:

Tekeningen van Lambert Johan Adriaan (1860-1932), vooral gemaakt rond 1880-1885. Een aantal zijn duidelijk gemaakt tijdens buitenlandse reizen. Over buitenlandse reizen weten we ook meer dankzij diverse reisdagboeken in dit archief.


1633/127 Reisdagboeken van C.C. van Lidth de Jeude

In het familiearchief bevinden zich meerdere reisdagboeken. Deze zijn prachtig om te lezen, je ziet hoe de mensen de omgeving in die tijd ervaarden, bij een reis naar Parijs in 1812 wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘iets grootsch en koninklijks’.

In dit boekje wordt een verslag van een binnenlandse reis in 1793 weergeven. Je ziet in deze boekjes ook goed hoe lastig reizen toen was!

‘Wij retourneerden ten half zes uuren en kwamen met veel gevaar door de slechte wegen, die door den regen zeer bedorven waren, ten 10 uuren in ’t Jagt. De voerman, die ons deerlijke slechte paarden die iedere reis struikelden gegeven had, liet ons op ongehoorde wijs 15 gulden voor die fatale voiture betaalen… Dit alles maakte dat wij van onze Bredasche reis die wij den volgenden dag zouden doen, moesten afzien, maar die wegen gewis nog erger souden geweest zijn’

Het is handig te weten dat er twee grote archieven van de familie bij het RAR zijn ondergebracht:
  • 1415: archief dat vanuit De Grote Brug en latere aanvullingen direct bij het RAR is binnengekomen.
  • 1633: archief dat tot 2014 in het Gelders Archief in Arnhem was ondergebracht en sinds 2014 bij het RAR is.
Een deel van de stukken zijn gedigitaliseerd. Ga naar regionaalarchiefrivierenland.nl en vul in de zoekbalk in: 0415. Kies vervolgens voor ‘beeldbank’.
Meer weten? Contactpersoon RAR: Beatrijs van Dijk via 0344 – 612 230 / bvdijk@rarivierenland.nl
Categorieën
Uncategorized

In het nieuws: Bijna een dierentuin in Utrecht

Het Nederlandse Algemene Dagblad (AD) heeft een artikel geplaatst over Th. G. van Lidth de Jeude die in de 19e eeuw bekend Utrechtenaar werd met zijn Zoologische Societeit, een voorloper van de moderne dierentuin. Tot een blijvende dierentuin kwam het niet, maar erkenning van zijn verdiensten kwam er wel: waar ooit zijn dierentuin stond vindt men nu de Van Lidth de Jeudestraat.

Lees er alles over in het onderstaande artikel! (klik hier om het artikel vergroot weer te geven)

Artikel_vLdJ

Categorieën
Uncategorized

Deel foto archief RAR gedigitaliseerd

Het Regionaal Archief Rijnlanden (RAR) heeft een deel van de foto’s uit het familiearchief online gezet. Meer dan 600 foto’s zijn te bezichtigen.

De foto’s zijn als volgt te vinden:

  1. Navigeren naar https://regionaalarchiefrivierenland.nl/home
  2. In de zoekbalk in te vullen: 0415.
  3. En dan te kiezen voor ‘beeldbank’.

Er zijn nog behoorlijk wat foto’s en portretten die de RAR nog niet heeft kunnen identificeren. Dus mocht er iemand zijn die een naam weet bij een onbekende foto, dan horen we dat heel graag, dan vullen we de beschrijving aan. Tips kunnen gestuurd worden naar: info@de-springende-vos.nl

Categorieën
Uncategorized

Nieuw historisch materiaal: Theodoor Gerard en duelleren

Recentelijk is in het historisch archief een tweetal documenten geplaatst: Het levensverhaal van beroemd zoöloog Th. G. van Lidth de Jeude en een historisch stuk over duelleren met een dubieuze hoofdrol voor Tweede luitenant Van Lidth de Jeude.

Beide stukken zijn te lezen door te navigeren naar het historisch archief in de familie portaal of door te klikken op deze link.

Categorieën
Uncategorized

Patriottentijd

De Patriotten in Utrecht

Over de verlichting, de Patriottenbeweging en Jan van Lith de Jeude

De Verlichting

Volgens de historicus Jonathan Israel Is de Verlichting:

“De meest dramatische stap op de weg naar secularisatie en rationalisering in de geschiedenis van Europa” en “daarmee ook voor de geschiedenis in brede zin niet alleen van de westerse beschaving, maar zo valt goed te verdedigen, van de wereld. En daarmee is de Verlichting een van de belangrijkste veranderingen in de historie van de mens geweest”.
De Verlichting zette immers – op Europees en wereldniveau – niet alleen de aanval in op de wortels van de Europese cultuur in het sacrale, de magie, het koningschap en de hiërarchie, waarbij alle instellingen en ideeën werden geseculariseerd, maar wierp ook heel doelgericht (intellectueel en ook ten dele in de praktijk): “Alle rechtvaardiging omver voor de monarchie, de aristocratie, de ondergeschiktheid van de vrouw aan de man, het kerkelijk gezag en de slavernij en ze stelde daarvoor de beginselen van universaliteit, gelijkheid en democratie in de plaats “(J.I. “De radicale Verlichting”). Het laatste deel van dit citaat heeft een belangrijke rol gespeeld bij de verschillende maatschappelijke “Omwentelingen” zoals de Franse Revolutie (1789), de Amerikaanse Vrijheidsstrijd, resulterend in de “Declaration of Independence 1776” en bij de Patriotten beweging.

Patriotten

Als begin van “De patriotten opstand 1781 -1787” wordt dikwijls verwezen naar het verschijnen van het vlugschrift gericht “Aan het volk van Nederland” in alle grote steden. Het geschrift was Anoniem. Veel later is gebleken dat het was geschreven door de Zwolse “Burgerbaron” Joan Derk van der Capelle tot de Pol. “De lezers werden opgeroepen in protest bijeen te komen om uiting te geven aan hun grieven tegen het stadhouderlijk bewind, vrijheid van drukpers te eisen en zichzelf te bewapenen. Het was in feite een regelrechte aansporing tot rebellie”. (Simon Schama; Patriotten en Bevrijders). Het betrof enerzijds een strijd tussen de Patriotten en de stadhouder Willem V. Men wilde zijn macht inperken, hem het “recht” om leden van de vroedschap te benoemen ontnemen, en men wilde zelf milities mogen vormen, zodat men minder afhankelijk werd van de stadhouder. Maar anderzijds betrof het ook een strijd tussen de Orangisten en Patriotten om de machtsposities op stedelijk niveau.

Patriotten in Utrecht

Dr. Renger de Bruin is gepromoveerd op het boek “Burgers op het kussen” over zowel de Bataafse Republiek (1795-1813) als de Patriotten periode (1781-1787). Hij schrijft daarin “Zes jaar voor de Franse revolutie kwam in Januari 1783 in de Domstad een beweging op gang met een geheel eigen dynamiek. Een oppositiebeweging met een goede organisatiestructuur slaagde er na enkele jaren strijd in de macht in de stad te veroveren”.

Hierbij werd volgens R.E. de Bruin regelmatig gebruik gemaakt van een oproerige menigte.

En Simon Schama in Patriotten en Bevrijders:
“De doelbewustheid waarmee Ondaatje, Lith de Jeude, Gordon en andere patriotse leiders hun doel, een gekozen stadsbestuur, in Utrecht nastreefden, getuigt van een indrukwekkende vastberadenheid.  De wijze waarop zij hun numerieke overwicht van de massa en de kracht van haar wapens wisten uit te buiten, beantwoordde volkomen aan wat Van der Capelle voor ogen had gestaan, toen hij de Nederlanders tot een gewapende opstand opriep. Het Utrechtse vrijkorps liet voor het eerst concreet zien hoe deze retoriek in een praktische politiek kon worden vertaald”.

Jan van Lith de Jeude

Jan van Lith de Jeude, geboren in Dordrecht uit een Tiels regentengeslacht was in Utrecht rechten gaan studeren.
Vanaf het begin van de roerige tijden had hij zich aan de zijde geschaard van zijn studiegenoot Pieter Philip Jurriaan Quint Ondaatje (1758-1818), de Utrechtse Revolutie leider.

Jan van Lit was een echte activist.

Simon Schama: “Op 11 Januari 1784 werd onder grote publieke belangstelling boven de Vaartse Rijn een heteluchtballon opgelaten. De volgende dag bleek er in de stad een fraai, zij het een nogal grof, pamflet te zijn verspreid, geschreven door de patriotse student Lidth de Jeude, waarin voor maandag 12 januari een volgende vlucht werd aangekondigd die om half elf ’s ochtends vanaf het stadhuis zou opstijgen, met W.N. Pesters en diens aanhang als passagier”. De opstand van de patriotten leidde regelmatig tot stadhuisblokkades, waarbij de stenen door de ruiten vlogen.

Citaat (wikipedia):“De meest spectaculaire belegering van het stadhuis was in december 1785. Terwijl Ondaatje (Patriottenleider jvl) in de raadszaal onderhandelde met de doodsbange bestuurders, sprak zijn medestrijder Jan van Lidth de Jeude vanaf een ton, verlicht door flambouwen, het woedende volk toe”.

Einde aan de Patriottische opstand

Op 28 juni 1787 was Wilhelmina, de vrouw van Willem V, op weg naar den Haag om de Staten van Holland te bewegen haar verdreven echtgenoot naar Den Haag terug te laten keren. Patriotten uit Gouda hielden haar tegen bij Bonrepas aan het riviertje de Vlist. (in de geschiedenisboeken staat ten onrechte vermeld dat dit bij Goejanverwellesluis zou zijn gebeurd).
De aanhouding was de directe aanleiding voor haar broer Frederik Willem II van Pruisen om met een leger van 30.000 man de republiek binnen te vallen.
Utrecht werd zonder weerstand door de Pruisen ingenomen. Jan van Lith de Jeude werd in 1789, wegens patriottisme, verbannen en vertrok naar Frankrijk.

Terugkeer naar Utrecht

Zes jaar later in 1795 kwam hij met het Franse leger onder leiding van Pichegru, weer terug naar Utrecht. Door de komst van de Fransen keerden de kansen voor de patriotten weer.
“Een tegenslag voor de revolutionairen was de arrestatie van mr Jan van Lidt de Jeude, één van de patriottenleiders, van de Utrechtse patriottenbeweging uit de jaren tachtig, die met de Franse troepen uit ballingschap was teruggekeerd. Deze had zijn thuiskomst dusdanig gevierd dat dronkenschap voor Pichegru een mooi motief vormde om hem te laten oppakken”.

Tot slot: Jan van Lidt de Jeude is tot zijn dood in 1807 een belangrijke (soms rebelse) rol in de Utrechtse politiek blijven spelen.

James van Lidth.

NB Mogelijke toevoeging:

Ik moest bij die stenen door de ruit en de rol van Jan van Lith denken aan de raadsvergadering, 200 jaar na dat moment (1985), waarin wedhoudster Wil Velders (Welzijn) en ik (wethouder Financiën) de bezuinigingen op het Welzijnswerk aan het toelichten waren (nodig ten gevolge van bestek ’81), in de raadszaal op de 1e verdieping, terwijl buiten welzijnswerkers aan het demonstreren waren, en weer de stenen door de ruiten vlogen. Gegooid door opgetrommelde oudere jongeren.
Weer een rol voor een van Lidth, maar wel een beetje anders.

Pikant detail: onder de demonstranten was ook mijn partner van toen en huidige echtgenote.